EngelsA member of Noturus furiosus species group distinguished from all other members by its exceptionally bold pigment pattern, with particular reference to the following markings: dark brown to black dorsal saddles highly contrasted with pale yellow to tan areas on body; posterior dark saddle passing through adipose fin extends to middle of anal fin base, posterior to terminus of caudal peduncle, forming a well-defined broad lateral band of dense pigment; dorsal fin with dark, broad submarginal and basal bands connected anteriorly via first 2-3 rays; anal fin with dark central blotch extending onto base and often connected to intense dark pigment on sides of caudal peduncle; dark, crescent-shaped midcaudal band, thickest in center where broadly joined to dark pigment on caudal peduncle. Differs also by the following combination of characters: pectoral spine with strongly developed anterior dentations, some often bifurcate; pectoral spine, its posterior serrae, and the posterior process of cleithrum very large; pectoral fin long, sickle-shaped, and when depressed, reach beyond pelvic fin origin, except in very large specimens (Ref. 55397).
Vertaling weergeven
Vertaald uit het Engels door BING
Deze vertaling is louter indicatief: Op grond van de beperkte kwaliteit van de brontekst zijn morfologische omschrijvingen uitsluitend beschikbaar in het Engels in de BETA-versie van het systeem. In toekomstige uitgaven zal ook meertalige informatie beschikbaar komen.
NederlandsEen lid van Noturus Pyrococcus soorten groep te onderscheiden van alle andere leden door zijn uitzonderlijk vet pigment patroon, met name naar de volgende merktekens: donker bruin tot zwart dorsal saddles in sterk contrast met lichtgeel tot tan gebieden op lichaam; posterieure donkere zadel passeren obesitas fin strekt zich uit tot midden van anal fin base, posterior eindhalte van caudal peduncle, vormen een welomschreven brede laterale band van dichte pigment; dorsal fin met donkere, brede submarginal en basale bands aangesloten anteriorly via eerste 2-3 stralen; anaalvin met donkere centrale blotch uit te breiden naar base en vaak verbonden met intens donker pigment op zijden van caudal peduncle; donkere, halvemaanvormige midcaudal band, dikste in midden waar in grote lijnen tot donker pigment op caudal peduncle. Verschilt ook door de volgende combinatie van tekens: borstvinnen rug met sterk ontwikkelde anterior dentations, wat vaak bifurcate; pectoral wervelkolom, haar achterste serrae, en het achterste proces van cleithrum groot; pectoral fin lange, sikkel-vormig, en wanneer depressief, verder reiken dan pelvic fin oorsprong, behalve in zeer grote specimens (Ref. 55397).