EngelsThis species is distinguished by the following characters: D XI,9; A III,9; pectoral rays 13-14 (usually 13); complete lateral line, angling sharply downward below soft portion of anal fin to straight peduncular part, 24 pored scales 24 (plus 2 on base of caudal fin, the last greatly enlarged); body moderately deep, depth 2.95-3.15 in SL; head length (HL) 2.6 in SL; head's dorsal profile straight; straight part of posterior margin of preopercle serrate, serrae varying from 14 on 34.5-mm paratype to 21 on the 64.5-mm paratype; dorsal spines progressively longer, last 1.95-2.2 in HL; caudal fin rounded and moderately long 3.0-3.25 in SL; first soft ray of pelvic fins not very long, 3.5-3.8 in SL. Colour in alcohol yellowish brown with dark brown blotches on lower side of body; small dark brown spots along anterior part of lateral line; scattered small dark brown spots on nape; dark brown dash or pair of small dark spots on side of snout before eye; only traces remain of opercular ocellus; posterior margin of preopercle and an adjacent band of opercle pale yellowish; dorsal fin pale yellowish with a dark brown spot on each of first two spinous membranes, the second spot usually smaller; an irregular black spot at rear base of dorsal fin (Ref. 93522).
Vertaling weergeven
Vertaald uit het Engels door BING
Deze vertaling is louter indicatief: Op grond van de beperkte kwaliteit van de brontekst zijn morfologische omschrijvingen uitsluitend beschikbaar in het Engels in de BETA-versie van het systeem. In toekomstige uitgaven zal ook meertalige informatie beschikbaar komen.
NederlandsDeze soort wordt gekenmerkt door de volgende tekens: D XI, 9; EEN III, 9; pectoral stralen 13-14 (meestal 13); complete laterale lijn, hengelen sterk naar beneden onder zachte gedeelte van anaalvin aan recht peduncular deel, 24 poriën schalen 24 (plus 2 op basis van caudal fin, de laatste sterk uitgebreid); lichaam matig diepe, diepte 2.95-3.15 in SL; hoofd lengte (HL) 2.6 in SL; hoofd van dorsale profiel rechte; rechte deel van posterieure marge van preopercle serrate, variërend van 14 op 34,5-mm paratype tot 21 over de 64,5-mm-paratype; serrae dorsal spines geleidelijk langer, duren 1.95-2.2 in HL; caudal fin afgerond en matig lang 3.0-3,25 in SL; eerste zachte straal van pelvic fins niet zeer lang, 3.5-3.8 in SL. Kleur in alcohol geelachtig bruin met donkere bruine vlekken op de onderkant van het lichaam; kleine donkere bruine vlekken langs voorste deel van laterale lijn; verspreide kleine donkere bruine vlekken op de nek; donkere bruine dash of een paar kleine donkere vlekken aan kant van snuit voordat oog; slechts sporen blijven van operculaire ocellus; posterieure marge van preopercle en een aangrenzende band van opercle bleke geelachtig; dorsal fin pale geelachtig met een donker bruine vlek op elk van de eerste twee stralen membranen, de tweede plek meestal kleiner; een onregelmatige zwarte vlek op het achterste honk van dorsal fin (Ref. 93522).