EngelsSarotherodon lamprechti is distinguished from all congeners by a lack of scales over the pectoralfin base. Further distinguished from its sympatric sibling species, S. knauerae, and other S. galilaeus populations, by a combination of a prognathous lower jaw and an elongate ventral keel on the lower pharyngeal jaw. It also differs from the sympatric S. knauerae in a lower gill raker number (20–25, mode 22 vs. 24–30, mode 28), longer pelvic fins reaching to (females), or beyond (males), first anal fin-spine (vs. not reaching beyond anus), from S. knauerae and other S. galilaeus populations and subspecies by long pectorals reaching the last anal fin-spine (vs. ending either in front of or at first anal fin-spine). Upper lip large and prominent (ULL 22.5–28.4 % HL vs. 19.1– 25.4 % HL in S. knauerae, 19.3–23.6 % HL in neighbouring riverine S. galilaeus, 18.9–24.2 % HL in S. g. borkuanus and 6.9–12.3 % HL in S. g. multifasciatus). Differs from S. g. sanagaensis in lower preorbital depth (16.3–25.2 % SL vs. 25.0–27.8 % HL) and from S. g. boulengeri in lower body depth (36.3–40.4 % SL vs. 44.5–50.0 % SL). Finally differs from phenotypically similar S. caroli and S. linnellii in lower gill raker number (20–25 mode, 22 vs. 18–20, mode 19 and 15–18, mode 18), and from other Barombi Mbo Sarotherodon in higher number of dorsal fin-rays (13–15, mode 14 vs. 10–12, mode 11) (Ref. 86429).
Vertaling weergeven
Vertaald uit het Engels door BING
Deze vertaling is louter indicatief: Op grond van de beperkte kwaliteit van de brontekst zijn morfologische omschrijvingen uitsluitend beschikbaar in het Engels in de BETA-versie van het systeem. In toekomstige uitgaven zal ook meertalige informatie beschikbaar komen.
NederlandsSarotherodon lamprechti is van alle congeneren onderscheiden door een gebrek aan schalen over de basis pectoralfin. Verder onderscheiden van haar sympatrische tweelingsoorten, S. knauerae, en andere populaties S. galilaeus , door een combinatie van een prognathous onderkaak en een langgerekt ventrale Kiel op de faryngaal onderkaak. Het verschilt ook van de sympatrische S. knauerae in een lager gill raker nummer (20-25, modus 22 vs. 24 – 30: modus 28), langere pelvic fins reaching aan (vrouwen), of daarbuiten (mannen), eerste anal fin-spine (vs. niet die verder reiken dan anus), S. knauerae , andere S. galilaeus populaties en ondersoorten door lange pectorals bereiken de laatste anal fin-spine (vs. eindigend hetzij in front of op eerste anal fin-rug). Bovenlip grote en prominente (ULL 22,5 – 28,4% HL vs. 19.1 – 25,4% HL in S. knauerae, 19.3 – 23,6% HL in naburige riverine S. galilaeus, 18,9 – 24,2% HL in S. g. borkuanus en 6,9 – 12,3% HL in S. g. multifasciatus). Verschilt van S. g. sanagaensis in lagere preorbital diepte (16.3 – 25,2% SL vs. 25,0-27,8% HL) en van S. g. boulengeri in lagere lichaam diepte (36,3-40,4% SL vs. 44,5-50,0% SL). Tenslotte verschilt van fenotypische soortgelijke S. caroli en S. linnellii in lager gill raker nummer (20-25 modus, 22 vs. 18-20, 19-modus en 15-18, 18-modus), en van andere Barombi Mbo Sarotherodon in hoger aantal dorsal fin-stralen (13 – 15: modus 14 vs. 10 – 12: modus 11) (Ref. 86429).