EngelsThis species of the ‘mitsukurii group’ is large and is distinguished by the following set of characters: body moderately robust, trunk depth 10.4-13.8% TL (mean 11.7% TL, n=9); snout is broadly triangular, with mouth width 1.72-2.48 (2.07) times the horizontal prenarial length; pre-first dorsal length 29.2-31.8 (30.2)% TL; pre-second dorsal length 60.7-63.6 (61.7)% TL; interdorsal space 23.7-27.5 (24.9)% TL; low raked dorsal fins; second dorsal-fin length 10.9-12.2 (11.6)% TL, height 3.4-4.0 (3.7)% TL, inner margin length 3.9-5.0 (4.4)% TL; second dorsal-fin base 15.1-20.0 (17.2) times the base of second dorsal spine; pre-pectoral length 21.1-24.3 (22.2)% TL; pelvic-caudal space 21.8-25.0 (23.5)% TL; caudal bar is almost upright, extending broadly from the caudal fork up the poster or margin of the upper lobe for 0.6-0.7 of its length in immature individuals, upper caudal fringe forming a narrow saddle along midlength of lobe; flank denticles tricuspid; monospondylous centra 43-46, precaudal centra 84-86, total centra 111-115 (Ref. 58441).
Vertaling weergeven
Vertaald uit het Engels door BING
Deze vertaling is louter indicatief: Op grond van de beperkte kwaliteit van de brontekst zijn morfologische omschrijvingen uitsluitend beschikbaar in het Engels in de BETA-versie van het systeem. In toekomstige uitgaven zal ook meertalige informatie beschikbaar komen.
NederlandsDeze soort van de 'mitsukurii group' is groot en wordt gekenmerkt door de volgende reeks tekens: lichaam matig robuust, romp diepte 10.4-13,8% TL (bedoel 11,7% TL, n = 9); Snuit is in grote lijnen driehoekige, mond met breedte 1.72-2,48 (2.07) tijden de horizontale prenarial lengte; vooraf eerste dorsal lengte (30.2) 29.2-31,8% TL; vooraf tweede dorsal lengte 60,7-63,6 (61,7) % TL; interdorsal ruimte 23,7-27,5 (24,9) % TL; lage raked dorsal fins; tweede dorsal-fin lengte 10,9-12.2 (11,6) % TL, hoogte 3.4-4.0 (3.7) % TL, innerlijke marge lengte 3.9-5.0 (4.4) % TL; tweede dorsal-fin base 15.1-20,0 (17.2) keer de basis van tweede dorsal wervelkolom; vooraf borstvinnen lengte 21,1-24.3 (22.2) % TL; bekken-caudal ruimte 21,8-25,0 (23,5) % TL; caudal bar is bijna rechtop, in grote lijnen uit te breiden van de caudal vork van de poster of het marge van de bovenste kwab voor 0,6-0,7 van zijn lengte in onrijpe individuen, upper caudal fringe vormen een smalle zadel langs midlength van kwab; flank denticles tricuspidalis; monospondylous centra 43-46, precaudal centra 84-86, totaal centra 111-115 (Ref. 58441).