EngelsThis species is distinguished from its congeners in Turkey and the Aegean basin by possessing a lower lip without median lobe (vs. present) and a longer and pointed snout. It is further distinct by having the following characters (none unique to the species): medium body size (up to 35.0 cm SL); specimens over 10.0 cm SL have large and many irregular dark brown spots on the back, as well as on the flanks, but none on the head; some smaller specimens lack the dark brown spots; fleshy lips; lower lip with no median lobe but with two small notches and a squarish fleshy median pad; lateral line scales 53-62; scale rows between the lateral line and the dorsal-fin origin 11-13 and between the lateral line and the anal-fin origin 7-9; gill rakers on the first gill arch 11-14 (modally 12); the last simple ray of the dorsal fin is moderately ossified, and with 30-34 serrae on the proximal ¾ of the posterior margin; body depth 18.8-24.1 % SL at dorsal-fin origin; head length 27.0-29.8 % SL (Ref. 80049).
Description: D 4 simple, 8.5 branched rays; A 3 simple and 5.5 branched rays; V 1 simple and 8 branched rays (Ref. 80049).
Vertaling weergeven
Vertaald uit het Engels door BING
Deze vertaling is louter indicatief: Op grond van de beperkte kwaliteit van de brontekst zijn morfologische omschrijvingen uitsluitend beschikbaar in het Engels in de BETA-versie van het systeem. In toekomstige uitgaven zal ook meertalige informatie beschikbaar komen.
NederlandsDeze soort wordt onderscheiden van haar congeneren in Turkije en het Egeïsche Zeegebied door bezitten een onderste lip zonder mediaan kwab (vs. heden) en een langer en puntige snuit. Het verder te onderscheiden is door het hebben van de volgende tekens (geen uniek zijn voor de soorten): middellange lichaamsgrootte (maximaal 35.0 cm SL); exemplaren meer dan 10,0 cm SL hebben grote en vele onregelmatige donkere bruine vlekken op de rug, alsmede op de flanken, maar geen op het hoofd; enkele kleinere exemplaren ontbreken de donkere bruine vlekken; vlezige lippen; onderste lip met geen mediaan kwab maar met twee kleine inkepingen en een vierkante vlezige mediaan zeem; lateral line scales 53-62; schaal rijen tussen de zijlijn en de dorsal-fin oorsprong 11-13 en tussen de zijlijn en de anaalvin oorsprong 7-9; gill rakers op de eerste gill arch 11-14 (selectiemethode 12); de laatste eenvoudige straal van de rugvin is matig verstarde, en met 30-34 serrae op de proximale ¾ van de achterste marge; lichaam diepte 18,8-24,1% SL op dorsal-fin oorsprong; hoofd lengte 27,0-29,8% SL (Ref. 80049).
Beschrijving: D 4 eenvoudige, 8.5 vertakte stralen; Een eenvoudige 3 en 5.5 vertakte stralen; V 1 eenvoudige en 8 vertakte stralen (Ref. 80049).