EngelsThis species is distinguished by the following characters: D XII,9-10; caudal-fin rays 9-10 + 2 + 10; pectoral-fin rays ii, 14-15; 30 lateral-line scales; 4-4.5 scales above lateral line; 10.5-12 scales below lateral line; about 8-10 predorsal scales; 14-18 total gill rakers; moderate depth in body and caudal peduncle; short snout; scaly basal sheath on dorsal and anal fins ½–2 scales in depth; posterior corner of mouth
just posterior to vertical through forward extent of orbit; upper jaw with the first prominent anterior canine slightly smaller than second; moderately developed canines on dental ridge in small individuals 2-10, less distinct in larger
specimens; prominent canines at posterior
end of jaw 1–2 (usually 2); lower jaw with first prominent anterior canine slightly more than half size of second; teeth in 2 or 3 series on dental ridge, forming single row; first series with 3–9
small canines becoming progressively longer posteriorly, originating immediately posterior to anterior canines; first series followed by 4–10 short canines in series, sometimes 2 slightly larger canines terminally; vomer 1 or 2 canines; pelvic fin distinctly not reaching anus (Ref. 75973).
Vertaling weergeven
Vertaald uit het Engels door BING
Deze vertaling is louter indicatief: Op grond van de beperkte kwaliteit van de brontekst zijn morfologische omschrijvingen uitsluitend beschikbaar in het Engels in de BETA-versie van het systeem. In toekomstige uitgaven zal ook meertalige informatie beschikbaar komen.
NederlandsDeze soort wordt gekenmerkt door de volgende tekens: D XII, 9-10; caudal-fin rays 2, 9-10 + 10; borstvin stralen ii, 14-15; 30-dwarslijn schalen; 4-4.5 schalen boven dwarslijn; 10.5-12 schalen hieronder dwarslijn; ongeveer 8-10 predorsal schalen; 14-18 totale gill rakers; gematigde diepte in lichaam en caudal peduncle; korte snout; Geschubde basale schede op dorsale en anale vinnen ½-2 schalen in diepte; achterste hoek van mond slechts achterste verticaal door middel van voorwaartse omvang van baan; bovenkaak met de eerste prominente anterior canine iets kleiner dan tweede; matig ontwikkelde hoektanden op dental ridge in kleine personen 2-10, minder verschillend in grotere specimens; prominente hoektanden posterieure ultimo kaak 1-2 (meestal 2); onderkaak met eerste prominente anterior canine iets meer dan de helft grootte van tweede; tanden in 2 of 3 serie over tandheelkundige ridge, vormen één rij; eerste serie met 3-9 kleine hoektanden steeds geleidelijk langer posteriorly, van oorsprong onmiddellijk posterieure te voorste hoektanden; eerste serie gevolgd door 4-10 korte hoektanden in reeks, soms 2 iets groter hoektanden terminaal; Vomer 1 of 2 hoektanden; pelvic fin duidelijk niet bereiken anus (Ref. 75973).