EngelsDistinguished from the sympatric Coregonus albula, the geographically close Coregonus lucinensis and the spring spawning Coregonus trybomi by: scales in lateral line 69-77 + 3; interorbital distance 25-30% of dorsal head length; head width between dorsal end of opercular openings 8.2-9.7% SL; body depth at dorsal fin origin 16.4-21.2% SL; length of last gill raker in upper branch of first gill arch 120-186% of opposite outer gill filament; 11-18% of dorsal head length; pelvic and pectoral fins hyaline; slow growth, mature females 8.7-12.6 cm SL (Ref. 52872).
Vertaling weergeven
Vertaald uit het Engels door BING
Deze vertaling is louter indicatief: Op grond van de beperkte kwaliteit van de brontekst zijn morfologische omschrijvingen uitsluitend beschikbaar in het Engels in de BETA-versie van het systeem. In toekomstige uitgaven zal ook meertalige informatie beschikbaar komen.
NederlandsOnderscheiden van de sympatrische Coregonus albula, de geografisch nauwe Coregonus lucinensis en de lente kuit schieten Coregonus trybomi door: schalen in zijlijn 69-77 + 3; interorbital afstand 25-30% van de dorsale hoofd lengte; hoofd breedte tussen dorsal einde van operculaire openingen 8.2-9,7% SL; lichaam diepte op dorsal fin oorsprong 16,4-21,2% SL; lengte van laatste gill raker in bovenste tak van eerste gill arch 120-186% van tegenover buitenste gill gloeidraad; 11-18% van dorsale hoofd lengte; bekken en pectoral fins hyalien; langzame groei, oudere vrouwtjes 8.7-12,6 cm SL (Ref. 52872).