EngelsThis species is distinguished by the following characters: D 71-76; A 53-59; pelvic rays 3-4; lateral-line scales 88-95; lateral line on ocular side of head with a ventral branch of 4-9 pores, remaining horizontal anterior part with 5-7 pores; vertebrae 40-41 (modally 40); dorsal pterygiophores anterior to fourth neural spine 8; body depth 3.0-3.45 in SL; no caudal peduncle or extremely short; head length 4.35-4.7 in SL; small eyes, eye diameter 7.35-8.5 in HL; interorbital width 9.3-13.7 in HL; longest dorsal ray 1.85-1.95 in HL; caudal fin 4.3-4.6 in SL; pelvic fins and genital papilla not joined, their origins adjacent; short pelvic fins, reaching little beyond base of first anal ray, 2.8-3.2 in HL; ocular side light brown mottled with small darker brown blotches; 3 longitudinal rows of dark brown blotches of one to two eye diameters in size; dorsal and anal fins with indistinct brown spots centered on single rays and membrane to each side; caudal fin pale yellowish with a row of dark brown spots at base and small fainter spots on basal half of fin (Ref. 84817).
Vertaling weergeven
Vertaald uit het Engels door BING
Deze vertaling is louter indicatief: Op grond van de beperkte kwaliteit van de brontekst zijn morfologische omschrijvingen uitsluitend beschikbaar in het Engels in de BETA-versie van het systeem. In toekomstige uitgaven zal ook meertalige informatie beschikbaar komen.
NederlandsDeze soort wordt gekenmerkt door de volgende tekens: D 71-76; EEN 53-59; bekken stralen 3-4; dwarslijn schalen 88-95; lateral line op oogbeschadigingen en/of zijkant van hoofd met een ventrale tak van 4-9 poriën, resterende horizontale voorste deel met 5-7 pores; wervels 40-41 (selectiemethode 40); dorsal pterygiophores anterior to vierde neurale wervelkolom 8; lichaam diepte 3.0-3.45 in SL; geen caudal peduncle of extreem korte; hoofd lengte 4,35-4.7 in SL; kleine ogen, eye diameter 7,35-8.5 in HL; interorbital breedte 9.3-13,7 in HL; langste dorsal ray 1,85-1.95 in HL; caudal fin 4.3-4.6 in SL; pelvic fins en genitale papil geen deel uitmaakt, hun oorsprong aangrenzende; korte pelvic fins, bereiken weinig buiten baseren van eerste anale ray, 2.8-3.2 in HL; Oogbeschadigingen en/of kant licht bruin gevlekt met kleine donkere bruine vlekken; 3 longitudinale rijen met donkere bruine vlekken van één tot twee oog diameters in omvang; dorsale en anale vinnen met onduidelijke bruine vlekken gecentreerd op enkele stralen en membraan aan elke kant; caudal fin pale geelachtig met een rij van donkere bruine vlekken op basis en kleine zwakker plekken op basale helft van fin (Ref. 84817).