EngelsMean live weight, 300 to 800 g; body thickness 0.4 cm. Body cylindrical, flattened ventrally (trivium). Bivium smooth and rigid. Podia on bivium long, slender, conical, and irregularly arranged; podia on trivium more numerous, shorter and irregularly arranged on the radii and interradii; calcareous disc of podia around 400 micrometer in diameter. Mouth ventral, surrounded by 20 short tentacles. Anus nearly dorsal, surrounded by 5 groups of radial papillae. Calcareous ring with large radial pieces and narrow interradials having sharp tops. Cuvierian tubules long and large. Variable color among specimens and localities; bivium beige to light brown, showing characteristic brown spots; trivium lighter, yellowish. Spicules on ventral tegument with simple nodules with or without holes and sparse rods giving rise to rosettes; dorsal tegument with rosettes and small biscuit-like plates; ventral podia with variable rods; dorsal podia with x-shaped rods; tops of tentacles with spiny rods.
Vertaling weergeven
Vertaald uit het Engels door BING
Deze vertaling is louter indicatief: Op grond van de beperkte kwaliteit van de brontekst zijn morfologische omschrijvingen uitsluitend beschikbaar in het Engels in de BETA-versie van het systeem. In toekomstige uitgaven zal ook meertalige informatie beschikbaar komen.
NederlandsGemiddelde levend gewicht, 300 tot 800 g; lichaam dikte 0.4 cm. lichaam cilindrische, afgeplatte ventrally (trivium). Bivium glad en stijf. Podia op bivium lange, slanke, conische en onregelmatig geregeld; podia op trivium talrijker, korter en onregelmatig van gearrangeerd op de stralen en interradii; kalkhoudende schijf van podia ongeveer 400 micrometer in diameter. Mond ventrale, omringd door 20 korte tentakels. Anus bijna dorsal, omringd door 5 groepen van radiale mannetjesvissen. Kalkhoudende ring met grote radiale stukken en smalle interradials met scherpe toppen. Cuvierian tubuli lange en grote. Variabele kleur onder specimens en gemeenten; bivium beige tot licht bruin, met karakteristiek bruine vlekken; Trivium lichter, geelachtig. Botsplinters op ventrale vlies met eenvoudige knobbeltjes met of zonder gaten en schaars staven die aanleiding geven tot rozetten; dorsal vlies met rozetten en kleine koekje-achtige platen; ventral podia met variabele staven; dorsal podia met x-vormige staven; toppen van tentakels met Maxomys stangen.