EngelsBody robust, long, cylindrical, cross-section almost circular with flattened to slightly concave dorsal surface. Head large, flat, naked on top. Right branchiostegal membrane usually overlaps left. Snout short, broad spatulate, dorsal surface between raised orbits and tip of snout slightly concave. Mouth large, horizontal, lower jaw extending slightly beyond upper, maxillary usually not reaching beyond middle of pupil or to suborbital bar. Teeth moderately large, those in front of upper jaw and several along each side of ramus a little enlarged; cheek and opercle fully scaled. Gill rakers are reduced to patches of sharp denticles. Cardioid scales between pelvic fins 0-5, intergrades 0-26; notched scales in a line between dorsal and anal fin origins 0-8, intergrades 1-22.
Pigmentation: Olivaceous to black above; belly pale amber to white, sometimes mottled wit dark; mid-dorsal band from nape to dorsal fin origin inconspicuous, rusty brown. Sides with 15-23 olive to black wavy vertical bars separated by paler extensions of what had been lateral band in young, pale area between adjacent bars wider than bars. Suborbital and preorbital black bars pronounced, suborbital straight and vertical, postorbital horizontal; lateral edges of jaws lightly pigmented. Pupil yellow to yellow green, iris gold. Dorsal fin darkly pigmented, leading edge of all fins black, remainder dusky to amber.
Vertaling weergeven
Vertaald uit het Engels door BING
Deze vertaling is louter indicatief: Op grond van de beperkte kwaliteit van de brontekst zijn morfologische omschrijvingen uitsluitend beschikbaar in het Engels in de BETA-versie van het systeem. In toekomstige uitgaven zal ook meertalige informatie beschikbaar komen.
NederlandsLichaam robuuste, lange, cilindrische, met bijna cirkelvormige dwarsdoorsnede afgevlakt naar licht concave dorsal surface. Hoofd grote, platte, naakte bovenop. Juiste branchiostegal membraan overlapt meestal links. Snout short, brede spatulate, dorsale oppervlak tussen verhoogde banen en tip van licht concave snuit. Mond grote, horizontale, lagere kaak enigermate te verlengen dan bovenste, maxillaire meestal niet die verder reiken dan midden van leerling of suborbital bar. Matig grote tanden, die voor de bovenkaak en diverse langs elke kant van ramus een beetje vergroot; Wang en opercle volledig geschaald. Gill rakers worden herleid tot patches van scherpe tandjes. Cardioïde schalen tussen pelvic fins 0-5, intergrades 0-26; ingekeepte schalen in een lijn tussen de oorsprong van de dorsale en anale fin 0-8, intergrades 1-22.
Pigmentatie: Vale naar zwart hierboven; buik bleke amber aan wit, soms gevlekt wit donker; mid-dorsal band uit nek tot dorsal fin oorsprong onopvallend, roestig bruin. Zijden met 15-23 olijfolie aan zwarte golvende verticale balken gescheiden door bleker uitbreidingen van wat laterale band op jonge, bleke gebied tussen aangrenzende staven breder dan bars was geweest. Suborbital en preorbital zwarte bars uitgesproken, suborbital rechte en verticale, horizontale postorbital; laterale rand van kaken licht gepigmenteerde. Leerling geel op geel groen, iris goud. Dorsal fin gepigmenteerde darkly, leading-edge van alle vinnen zwart, rest dusky aan amber.