EngelsCarapace with 3 distinct acute teeth in the median line before the cervical groove (the gastric, pregastric and rostral teeth). Region between the postrostral and branchial carinae with only a few tubercles, and with extensive smooth areas. Abdomen without a sharp median ridge, but each of somites 2 to 5 with an elongate lobulate figure in the middle. The exposed part of somites 2 to 5 with an arborescent arrangement of very narrow grooves. Somite 1 with a complete transverse groove, behind which there are numerous short longitudinal grooves that are rather irregular in shape, may divide and sometimes are interconnected by transverse grooves; this posterior half of somite 1 of equal length throughout its width, not longer in the middle that at the sides. The smooth anterior half of the abdominal somites 2 to 6 (i.e. the part of the somite that disappears under the previous somite when the abdomen is fully stretched) without any indication of grooves or rows of hairs. Fourth segment of antenna with a single oblique median carina. Outer margin of the segment with 2 teeth, the inner margin with 3 or 4 (not including the apical tooth). Thoracic sternum anteriorly V-shapedly incised in the middle. A blunt and low median tubercle on the last thoracic sternite; this tubercle somewhat flattened posteriorly. Dactyli of legs without fringes of hair. Color: Reddish brown with a dark brown pubescence; A dark brown, not sharply delimited spot in the center part of the abdominal somite 1; Segments of the pereiopods with a dark blue band each.
Vertaling weergeven
Vertaald uit het Engels door BING
Deze vertaling is louter indicatief: Op grond van de beperkte kwaliteit van de brontekst zijn morfologische omschrijvingen uitsluitend beschikbaar in het Engels in de BETA-versie van het systeem. In toekomstige uitgaven zal ook meertalige informatie beschikbaar komen.
NederlandsCarapax met 3 verschillende acute tanden in de mediane wachtrij vooraleer naar de cervicale groef (de maag, pregastric en rostraal tanden). Regio tussen de postrostral en branchial carinae met slechts een paar tubercles, en met uitgebreide glad gebieden. Buik zonder een scherpe mediaan ridge, maar elk van somieten 2 tot en met 5 met een langgerekt lobulate figuur in het midden. Het blootgestelde gedeelte van somieten 2 tot en met 5 met een Boomvormige regeling van zeer smalle groeven. Somiet 1 met een volledige dwarse groef, waarachter er talrijke korte longitudinale groeven die nogal onregelmatig in vorm zijn, kunnen verdelen en soms zijn onderling verbonden door transversale groeven; Deze achterste helft van Somiet 1 van gelijke lengte in de breedte, niet langer in het midden die aan de zijkanten. De gladde voorste helft van de abdominale somieten 2 tot en met 6 (d.w.z. het deel van de Somiet die onder de vorige Somiet verdwijnt als de buik is volledig uitgerekt) zonder enige indicatie van groeven of rijen van haren. Vierde segment van antenne met een interne schuine mediaan carina. Buitenste marge van het segment met 2 tanden, de innerlijke marge met 3 of 4 (niet inclusief de apicale tand). Thoracale borstbeen anteriorly V-shapedly ingesneden in het midden. Een bot en lage mediaan tuberculum op de laatste thoracale sternite; Deze tuberculum enigszins afgeplat posteriorly. Dactyli van benen zonder marge van haar. Kleur: Roodachtig bruin met een donker bruin beharing; Een donkere bruine, niet scherp met scheidingstekens vlek in het midden van de buik Somiet 1; Segmenten van de daaropvolgende met een donker blauw band elk.