EngelsThis species is distinguished from its congeners by the following set of characters: relatively slender body, 2.3-2.6 (mean 2.5) times in SL: D XII,10; scale rows between fifth dorsal-fin spine base and lateral line 3.5; scale rows above lateral line 4.5, scale rows below 10.5-11.5; second anal-fin spine exceptionally robust and long [21.0-26.1% (mean 23%) of SL], 1.4-1.6 (mean 1.5) in 2AS/3AS, its tip reaching slightly less than vertical at rear end of caudal peduncle; pored lateral-line scales 43-45 (mode 44); the first soft dorsal-fin ray clearly longer than last dorsal fin spine; pelvic and anal fins are weakly yellow for most part, while lower caudal fin lobe yellowish grey, lacking a clear white distal margin ventrally; no black streaks proximally on inter-radial membranes between yellow anal-fin rays; no black blotches on inter-radial membranes between dorsal-fin
rays; very weak diffuse dark blotch at the origin of lateral line continuing over upper part of posterior opercle and upper cleithrum (Ref. 93743).
Vertaling weergeven
Vertaald uit het Engels door BING
Deze vertaling is louter indicatief: Op grond van de beperkte kwaliteit van de brontekst zijn morfologische omschrijvingen uitsluitend beschikbaar in het Engels in de BETA-versie van het systeem. In toekomstige uitgaven zal ook meertalige informatie beschikbaar komen.
NederlandsDeze soort wordt onderscheiden van haar congeneren door de volgende reeks tekens: relatief slanke lichaam, 2.3-2.6 (gemiddeld 2,5) keer in SL: D XII, 10; schaal rijen tussen vijfde dorsal-fin wervelkolom base en dwarslijn 3.5; schaal rijen boven de zijlijn 4.5, schaal rijen onder 10.5-11,5; tweede anaalvin wervelkolom uitzonderlijk robuust en lange [21.0-26,1% (gemiddelde 23%) voor SL], 1.4-1.6 (gemiddeld 1,5) in 2AS/3, haar tip bereiken van iets minder dan verticale aan achterzijde van caudal peduncle; poriën dwarslijn schalen 43-45 (modus 44); de eerste zachte dorsal-fin ray duidelijk langer dan laatste dorsal fin wervelkolom bekken en anale vinnen zijn zwak geel voor het grootste deel, terwijl het onderste caudal fin kwab gelige grijs , ontbreekt een helder witte distale marge ventrally; geen zwarte strepen proximally op inter radiale membranen tussen gele anaalvin stralen; geen zwarte vlekken op inter radiale membranen tussen dorsal-fin stralen; zeer zwak diffuus donkere blotch aan de oorsprong van de zijlijn blijven over bovenste deel van achterste opercle en bovenste cleithrum (Ref. 93743).