EngelsPre-opercular-mandibular canal pores 9 (rarely 10), with 3 (rarely 4) on the mandible. Infraorbital canal with 4+2 pores; lateral line organs (neuromasts) present exposed region between the canal segments, the normal number probably being 4 (rarely 5), but some or all are often missing. Supraorbital canal with 3+1 pores (a second, more posterior pore rarely present in postero-dorsal section); between these 2 supraorbital canal segments is a trough divided by 3 low transverse ridges into 4 shallow depressions; on each ridge is a neuromasts organ. Temporal canal with 1+4 pores; between the 2 segment lies a single exposed neuromast. Supratemporal canal with 1+1 pores; no traces of neuromasts were found in the intervening regions.
Color: In life, pink with a silvery hue, the dorsal surface slightly darker. All fins pale, with clear hyaline membranes. The body becomes silvery with a darker dorsum only after death (Ref. 28937).
Vertaling weergeven
Vertaald uit het Engels door BING
Deze vertaling is louter indicatief: Op grond van de beperkte kwaliteit van de brontekst zijn morfologische omschrijvingen uitsluitend beschikbaar in het Engels in de BETA-versie van het systeem. In toekomstige uitgaven zal ook meertalige informatie beschikbaar komen.
NederlandsPre-opercular-mandibulaire kanaal poriën 9 (zelden 10), met 3 (zelden 4) op de onderkaak. Kaakspieren kanaal met 4 + 2 pores; lateral line organen (neuromasten) aanwezig blootgestelde gebied tussen de kanaal segmenten, het normale aantal waarschijnlijk wordt 4 (zelden 5), maar sommige of alle zijn vaak ontbreekt. Supraorbital kanaal met 3 + 1 poriën (een tweede, meer posterieure porie zelden aanwezig in postero-dorsale gedeelte); tussen deze 2 supraorbital kanaal segmenten is een trog gedeeld door 3 lage transversale ruggen in 4 ondiepe depressies; is een neuromasten orgaan op elke bergkam. Temporele kanaal met 1 + 4 pores; tussen de 2 segment ligt een enkele blootgestelde neuromast. Supratemporal kanaal met 1 + 1 pores; geen sporen van neuromasten werden gevonden in de tussenliggende gebieden.
Kleur: In het leven, roze met een zilveren gloed, het dorsale oppervlak iets donkerder. Alle vinnen bleke, met duidelijk hyaline membranen. Het lichaam wordt zilveren met een donkerder dorsum pas na dood (Ref. 28937).
Afbeelding niet beschikbaar
