EngelsDiagnosis: Pectoral rays 16 (rarely 15 or 17). Gill rakers 5-7 + 18-21 (total 24-27)> Body depth 3.25-3.75 in SL; head length (HL) 2.9-3.25 in SL; snout length 1.65-1.95 in HL; barbel length 1.3-1.5 in HL. Longest dorsal spine 1.5-1.8 in HL; penultimate dorsal ray about equal to last dorsal ray in juveniles, 1.05-1.2 in length of last dorsal ray of adults; pectoral-fin length 1.35-1.55 in HL; pelvic-fin length 1.3-1.5 in HL. Body greenish brown to reddish brown dorsally, the scale edges narrowly dark, shading to whitish or pale pink ventrally, with a nearly round black spot as large or larger than eye on side of caudal peduncle, two-thirds of which lies above the lateral line; a large, horizontally elongate yellow spot (sometimes partly white) on lateral line below interdorsal space; barbels white; irregular pale blue lines extending anteroventrally and dorsoposteriorly from eye; second dorsal and anal fins with irregular oblique pale blue lines; caudal fin yellowish gray with faint blue lines paralleling rays; peritoneum dark brown (pale brown to white in other species of the genus except Parupeneus barberinus) (Ref. 54393).
Vertaling weergeven
Vertaald uit het Engels door BING
Deze vertaling is louter indicatief: Op grond van de beperkte kwaliteit van de brontekst zijn morfologische omschrijvingen uitsluitend beschikbaar in het Engels in de BETA-versie van het systeem. In toekomstige uitgaven zal ook meertalige informatie beschikbaar komen.
NederlandsDiagnose: Pectoral stralen 16 (zelden 15 of 17). Gill rakers 5-7 + 18-21 (totaal 24-27) > Body diepte 3,25-3,75 in SL; hoofd lengte (HL) 2.9-3,25 in SL; snuit lengte 1,65-1.95 in HL; Barbeel lengte 1.3-1,5 in HL. Langste dorsal wervelkolom 1.5-1.8 in HL; voorlaatste dorsal ray ongeveer gelijk aan laatste dorsal ray in jonge exemplaren, 1.05-1.2 in lengte van laatste dorsal ray van volwassenen; borstvin lengte 1.35-1,55 in HL; pelvic-fin lengte 1.3-1,5 in HL. Lichaam groenachtig bruin tot roodachtig bruin dorsally, de schaal randen ternauwernood donker, arcering witachtige of pale pink ventrally, met een bijna ronde zwarte vlek als groot of groter zijn dan in de gaten kant van caudal peduncle, tweederde van die ligt boven de zijlijn; een grote, horizontaal uitgerekt gele vlek (soms gedeeltelijk wit) op zijlijn hieronder interdorsal ruimte; baarddraden wit; onregelmatige bleke blauwe lijnen die zich uitstrekt van anteroventrally en dorsoposteriorly van oog; tweede dorsale en anale vinnen met onregelmatige schuine bleke blauwe lijnen; caudal fin gelige grijs met zwakke blauwe lijnen parallel stralen; buikvlies donker bruin (bleke bruin naar wit in andere soorten van het geslacht behalve Parupeneus barberinus) (Ref. 54393).