EngelsThis species is characterized by the following: body relatively deep, 2.11-2.40 (mean 2.22); D XI,11 (rarely XII,10 or XI,10); scale rows between fifth dorsal-fin spine base and lateral line 4.5 ; scale rows above lateral line 5.5, below 11.5 or 12.5; second anal-fin spine strong [14.7-20.7% (mean 17.8%) of SL], 1.10-1.46 (mean 1.30) in 2AS/3AS; pored lateral-line scales 43-47 (mean 45.4); first soft dorsal-fin ray slightly longer than last dorsal-fin spine. Colour of fins: pale or strong yellow to bright yellow pelvic, anal, and caudal fins, lower caudal-fin lobe strong yellow, usually with wide dense black posterior margin; black streaks usually observed from middle to lowest portions on inter-radial membranes between yellow anal-fin rays, even in preserved specimens; two black blotches (rarely three irregular blotches) on lower inter-radial membranes between dorsal-fin rays; conspicuous diffuse dark blotch at origin of lateral line (covering first and second pored lateral line scales), continuing as dense blackish shading over upper cleithrum and upper part of posterior opercle. Strong diagnostic characteristics of this species are the presence of two black blotches (rarely 3) on the inter-radial membranes between the dorsal-fin rays, and wide dense black posterior margin (Ref. 93743).
Vertaling weergeven
Vertaald uit het Engels door BING
Deze vertaling is louter indicatief: Op grond van de beperkte kwaliteit van de brontekst zijn morfologische omschrijvingen uitsluitend beschikbaar in het Engels in de BETA-versie van het systeem. In toekomstige uitgaven zal ook meertalige informatie beschikbaar komen.
NederlandsDeze soort wordt gekenmerkt door de volgende: lichaam relatief diep, 2.11-2,40 (bedoel 2.22); D XI, 11 (zelden XII, 10 of XI, 10); schaal rijen tussen vijfde dorsal-fin wervelkolom base en dwarslijn 4.5; schaal rijen boven de zijlijn 5.5, onder 11,5 of 12,5; tweede anaalvin rug sterke [14,7-20,7% (gemiddelde 17,8%) voor SL], 1.10-1.46 (gemiddelde 1.30) in 2AS/3 poriën dwarslijn schalen 43-47 (bedoel 45,4); eerste zachte dorsal-fin ray iets langer dan laatste dorsal-fin wervelkolom. Kleur van de vinnen: bleke of sterk geel tot fel geel bekken, anale en caudal vinnen, lagere caudal-fin kwab sterke geel, meestal met brede dichte zwarte posterior margin; zwarte strepen meestal waargenomen vanaf midden laagste gedeelten op inter radiale membranen tussen gele anaalvin stralen, zelfs in bewaard gebleven exemplaren; twee zwarte vlekken (zelden drie onregelmatige vlekken) op lagere Inter radiale membranen tussen dorsal-fin stralen; opvallende diffuus donkere blotch bij de oorsprong van laterale lijn (bedekking eerste en tweede poriën lateral line scales), voortgezet als dichte zwartachtig arcering over bovenste cleithrum en bovenste gedeelte van achterste opercle. Sterke diagnostische kenmerken van deze soort zijn de aanwezigheid van twee zwarte vlekken (zelden 3) op de Inter radiale membranen tussen de dorsal-fin rays, en brede dichte zwarte posterieure marge (Ref. 93743).