EngelsShell reaching a large size, usually rather thin, fragile, moderately inflated and triangularly wedge-shaped in outline, with a highly variable sculpture. Dorsal margin nearly straight or slightly concave, posterior margin generally truncate. Ventral margin widely convex posteriorly, straightish to shallowly depressed anteriorly. Outer surface of valves with 15 to 30 radial ribs which may be smooth to densely set with short, open spines. Dorsal most radial rib frequently with a series of short and sharp spines protruding along the dorsal margin of shell. Inner surface of shell with shallow grooves corresponding to the external radial ribs. Internal nacreous layer rather thin, undivided, occupying the anterior 2/3 to 3/4 of valves. Posterior adductor scar completely enclosed within the nacreous area. Colour: outside of shell slightly shiny, translucent olivaceous tan, often tinged with darker purplish brown or grey toward the umbones. Interior similarly coloured, iridescent on nacreous area.
Vertaling weergeven
Vertaald uit het Engels door BING
Deze vertaling is louter indicatief: Op grond van de beperkte kwaliteit van de brontekst zijn morfologische omschrijvingen uitsluitend beschikbaar in het Engels in de BETA-versie van het systeem. In toekomstige uitgaven zal ook meertalige informatie beschikbaar komen.
NederlandsShell bereiken een grote omvang, meestal nogal dun, kwetsbaar, matig opgeblazen en triangularly wig-vormige in omtrek, met een zeer variabele sculptuur. Dorsal marge bijna rechte of licht concave, posterior marge in het algemeen afkappen. Ventral marge wijd convexe posteriorly, straightish te ondiep depressief anteriorly. Buitenkant van de kleppen met 15 tot 30 Radiale ribben die kunnen worden glad dichtbevolkte instellen met korte, open stekels. Dorsal meeste radiale rib vaak met een reeks van korte en scherpe stekels uitstekende langs de dorsale marge voor shell. Binnenzijde van shell met ondiepe groeven overeenkomt met de externe Radiale ribben. Interne beparelmoerde laag nogal dun, onverdeelde, bezetten de voorste 2/3 tot 3/4 van de kleppen. Posterieure adductor litteken volledig ingesloten in het beparelmoerde gebied. Kleur: buiten shell enigszins glanzend, doorschijnend Vale tan, vaak getint met donkerder paars bruin of grijs naar de umbones. Interieur ook gekleurde, iriserende op beparelmoerde gebied.